RAM 13 Edward Zajec
(1969)

plottertekening The Zagreb Museum of Contemporary Art

In tegenstelling tot vele anderen die tussen 1961 en 1973 met computers werkten, had Edward Zajec geen achtergrond in de wiskunde of natuurkunde. Hij had aan kunstacademies in Cleveland en Ljubljana gestudeerd en gaf vanaf 1968 grafische vormgeving aan het Carleton College in Northfield (Minnesota, VS).
Gedurende dit jaar was Zajec op zoek naar nieuwe manieren om zich uit te drukken. Hij was opgeleid in schilderkunst en traditionele grafiek en experimenteerde veel met herhaling in zijn werk. Zijn schilderijen bevatten voornamelijk reeksen geometrische vormen met hierin steeds kleine variaties op een groot vlak, met Piet Mondriaan en Kazimir Malevich als grootste inspiratiebronnen. Zajec voelde zich echter beperkt door het gelimiteerde aantal variaties dat hij binnen een bepaald tijdsbesprek kon produceren, en ging op zoek naar een nieuw medium. Zodoende kwam hij bij de computer terecht.

De RAM-composities zijn voorbeelden van Zajec’s vroege computerwerk. Vormen die zijn opgebouwd uit lijnen, worden verdeeld over het oppervlak in verschillende ruimtelijke en ritmische combinaties. Hierbij spelen zowel herhaling als toeval een rol. De composities worden tevens bepaald aan de hand van een aantal gegeven factoren; zo is de afmeting van het werk gelimiteerd door de plotter waarmee het werk is uitgevoerd.

Met behulp van de Random Number Generator kon Zajec de computer de opdracht geven om een aantal gegeven vormen willekeurig samen te stellen. De kunstenaar voerde hiervoor een basisrepertoire aan tekens en mogelijke combinaties in. Later probeerde Zajec de autonomie van de computer in het creatieproces steeds meer te vergroten, door systemen te ontwikkelen die zelf een strategie voor mogelijke combinaties konden produceren.

Lees meer over Edward Zajec