Door Hanne Hagenaars

Zonder de toeschouwer loopt een kunstwerk een beetje mank want de getuige maakt het werk pas echt af, hij is medeplichtig. Als kijker van het werk van Klaas Kloosterboer sta je voortdurend op een glad en hellend vlak. Voor je neus hangen vreemde pakken van beschilderd schilderslinnen, lappen gouden stof, schilderijen met bollen en stippen. Teksten vertellen over schilderkunstige referenties, dat de abstractie juist concreet is, een beeld dat niet verwijst naar de werkelijkheid maar er gewoon is, en tegelijkertijd voel je in al je vezels dat hier meer aan de hand is dan schilderkunstige overwegingen.

Kloosterboer werkt in zijn atelier met zelfgeformuleerde wetten ‘De ander weet meer, ziet meer, voelt meer dan ikzelf’ en ‘Het werk doet er niet toe’. ‘Alles kan van alles zijn’.
Deze koan-achtige uitspraken zetten het mes in de veronderstelde rechte lijn die van het werk naar zijn betekenis zou lopen. Een appel betekent zonde, een doorgesneden appel erotiek. Een appel is een appel.

‘Art has to be a means to live a better life’, zegt Kloosterboer ergens in een interview.
‘Een beeld dat er gewoon is en toegang moet bieden tot het leven van een beter leven.
Ja, de kunstwerken zijn er, ze nemen plek in, ze nemen materialen in beslag, ze zijn gemaakt, ze hangen, zitten, liggen en leven, en de kijker kijkt.’
‘Een bezettingsritueel, een aanslag op de leegte’, noemt Kloosterboer het. Dat geeft aan dat hij niet zomaar ruimte in beslag wil nemen, dat het een zinvolle bijdrage moet zijn. Leegte is een groot goed.

Misschien werkt het zo: het proces in het atelier spiegelt het leven. Het werk absorbeert de overwegingen, draagt de regels in zich, zuigt alle aspecten van het maken in zich op. Dan ontstaan er werken die twijfel in zich dragen, werk dat instabiel is, beweeglijk en mogelijk zelfs inconsequent. Door de overeenkomsten met de werkelijkheid kun je je er aan optrekken, een stap maken naar een beter leven. In het leven doen zich dezelfde dilemma’s voor als in het atelier: hoe breng je denken en doen in balans. Is het denken uitstellen van een handeling? Is het denken de twijfel?
Iedere beslissing tijdens het maken drijft het werk een kant op, die een andere richting uitsluit. Het een wel, het andere niet. You can’t have it all.

Voor You want it darker maakt Kloosterboer een installatie met zilverkleurige banen karton. Hij vergelijkt lappen stof of karton met woorden, woorden zijn gemeengoed, iedereen gebruikt ze. En wat die woorden communiceren is ondoorgrondelijk, hoe weten we dat we elkaar verstaan? De combinatie van zilveren banen en objecten levert een raadselachtig beeld op. “Het raadselachtige vind ik belangrijk, net als het verbergen. Alles moet tegenwoordig duidelijk en onverbogen zijn, maar identiteit bestaat in mijn ogen voor een deel uit wat we verbergen.” De tegenstrijdigheden van Kloosterboer, een werk maken en dan vervolgens zeggen dat het werk er niet toe doet. And why should one want to be clear? Why should one deny the riddle, and say he knows something??