De macabere, carnavaleske beelden(groepen) van Folkert de Jong zijn onmiddellijk herkenbaar. Dat komt in de eerste plaats door het bijzondere materiaalgebruik: een combinatie van styrofoam en polyurethaanschuim, dat normaliter als isolatiemateriaal gebruikt wordt in de (decor)bouw en architectuur. Daarnaast valt het uitbundige kleurgebruik op, dat een vreemd contrast vormt met de bijbehorende bizarre en soms gruwelijke taferelen.
De Jongs tableaus bestaan uit tot de verbeelding sprekende personages als harlekijnen, ballerina’s en admiralen, vaak met verstarde grimassen op het gezicht. Soms geplaatst in decors, of met rekwisieten als bijlen en geweren. Hoewel macht, geweld en rampspoed duidelijk een grote rol spelen in het werk, is ook ‘de kunstenaar’ een terugkerend thema.