Death Drive Alan Phelan
(2009)

Zeefdruk Courtesy of the Artist Foto: Aad Hoogendoorn

De postereditie van bandensporen is gemaakt voor een tentoonstelling in het Museum of Modern Art Dublin, Ierland in 2009. Het werk behandelt een van de thema’s van die tenoonstelling, namelijk jongeren die met auto’s racen en autofanaten. Het verschijnsel van (jonge) mannen die gefascineerd zijn door auto’s komt over de hele wereld voor, en is terug te zien in het hele spectrum van populaire cultuur tot de schone kunsten.

Alan Phelan schrijft in 2020 over zijn werk Death Drive: “Dit leek me een handige metafoor voor mijzelf als een indringer, iemand die om totaal verkeerde redenen belangstelling heeft voor de autocultuur, en probeert om zo goed mogelijk een plekje te bemachtigen in een groep macho’s die autogek zijn zonder dat ik zelf opval. Ik vond het interessant om te zien hoe mannen zich gedragen, zeker vanuit mijn perspectief als homosexuele man. Hoe uiten zij hun mannelijkheid door hun obsessie met auto’s?

Er zijn zoveel uitdrukkingen in onze taal die dubbele betekenissen hebben zoals ‘cruising’ wat in de gay scene verwijst naar op jacht zijn naar sex. In de autowereld betekent ‘cruising’ je auto showen als een trotse pauw mogelijk met het doel om de aandacht van jonge vrouwen te trekken. Het draait allemaal om sex dus makkelijk te verklaren aan de hand van Freud. Ik wilde het overduidelijke sexisme uit de sexuele voorkeur halen, wat die voorkeur dan ook is. Wanneer de autogek een echte thrill seeker is, op zoek naar spanning en sensatie, trekt hij keihard aan de handrem om te slippen en zo bandensporen op de weg te maken. Zo laat hij een blijvende indruk achter van rubber op asfalt, een soort zelfverheerlijking en mastrubatie. Uiteindelijk is het natuurlijk gewoon allemaal best zielig. Tegenwoordig zeggen we: ‘kleine piemels’.

Lees meer over Alan Phelan