Door Bas Hendrikx

De bijdrage van Reinier Vrancken aan deze tentoonstelling bestaat uit zijn deelname als Raniero. Op het moment dat een Italiaanse dame zijn naam uitsprak als Raniero heeft hij dat omarmd en beschouwd als het ontstaan van iets nieuws. Er ontstond zo een alter ego voor de kunstenaar. Hoewel een vertaling van iets hetzelfde betekent, bestaat deze naam wel degelijk uit andere letters en klanken en voelt dus anders. Ze zijn dus tegelijkertijd hetzelfde, maar ook anders. Raniero bestaat dus als idee, een fictief personage dat tegelijk onderdeel van de kunstenaar is als een soort opsplitsing. Hiermee stelt de kunstenaar de vraag wat er gebeurt als hij een ander personage aanneemt: zou hij werken maken die hij normaal niet zou maken? Voor de duur van de tentoonstelling Detached Involvement wordt de naam overal doorgevoerd als Raniero: op de uitnodiging, website, op het raam, op posters en zelfs in andere werken.

Het tweede werk van Reinier Vrancken leest als een verontschuldiging, maar roept tegelijk veel vragen op. ‘‘I never meant to kill David Bowie. About a week after his death I came to realise that I had stolen a part of him by using one of his song-titles in a work of art. It was only an accident.’’ Wat heeft de kunstenaar met Bowie gedaan? Naast de tekst ligt een tissue waarvan wordt beweerd dat David Bowie zijn lippenstift ermee afveegde. Het verwijst naar een van de objecten die werd getoond in de reizende David Bowie tentoonstelling van een aantal jaar geleden die onder meer in het Groninger Museum te zien was. Vrancken laat hier in midden of dit het reliek van een fan is of een museaal artefact. Het lijkt te draaien om de mythische status die popsterren kunnen bereiken en de manier waarop die afstraalt op de objecten om hen heen: gesigneerde posters, kostuums, eigenlijk alles dat in handen van de artiest is geweest wint aan waarde.