Beste bezoeker,
Welkom in de Garage Rotterdam bij de tentoonstelling Detached Involvement. Van de meeste kunstwerken is hun geschiedenis duidelijk: van de studio van de kunstenaar vinden ze via tentoonstellingen hun weg naar het publiek. In deze tentoonstelling is dat nét wat anders. Ik nodigde kunstenaars uit en vond objecten die juist inzicht kunnen bieden in hetgeen zich in onze ooghoek afspeelt. De objecten en kunstwerken in deze tentoonstelling leiden zogezegd een dubbelleven.
Het idee voor deze tentoonstelling kwam tot stand door twee anekdotes die ik hoorde. De eerste komt van Alanna Heiss: zij was in de jaren ’70 bijzonder actief als curator en organisator in New York. Ze regelde dat leegstaande pakhuizen en panden gebruikt konden worden als studio en tentoonstellingsruimte voor kunstenaars. Zo stond ze aan de wieg van onder meer PS1 en de Clocktower Gallery, beide plekken die nog steeds bestaan. Omdat ze ad hoc invulling moest kunnen geven aan die plekken had ze nooit voldoende tijd om een evenementenvergunning aan te vragen. Daar vond ze een handige truc op: ze vroeg vergunningen aan de gemeente voor een filmset. En met een beetje goede wil had ze daar gelijk in: de tentoonstellingen waren vaak van korte duur en werden altijd vastgelegd op foto en video. Door kunstwerken op papier te laten ‘figureren’ kreeg ze heel wat voor elkaar. De tweede anekdote komt van kunstenaar Christophe Lemaitre. Hij wilde een tentoonstelling maken met kunstwerken die door de verzekering als ‘total loss’ waren aangemerkt en waarvoor de verzekeringswaarde was uitgekeerd. Die kunstwerken maken officieel geen onderdeel meer uit van het oeuvre van een kunstenaar en verliezen dus hun status als kunstwerk, maar desalniettemin nam de verzekeraar de objecten in en bewaarde deze. Toen Lemaitre ze voor een tentoonstelling wilde lenen mocht dat alleen op voorwaarde dat er continue camerabewaking was én dat de objecten werden verzekerd voor een waarde van 10.000 euro.
In Detached Involvement staan kunstwerken centraal waar de toeschouwer niet via de gebruikelijke weg mee in aanraking is gekomen. Soms werden ze enkel waargenomen vanuit een ooghoek, in film, op een poster. Andere verdwenen na verloop van tijd in de coulissen. Het draait hier om rekwisieten, replica’s, verloren gewaande objecten en nooit uitgevoerde projecten. Gaandeweg evolueren of vergaan de kunstwerken en objecten door gebrek of overdaad aan zichtbaarheid. Er schuilt een bepaalde mate van vluchtigheid in dit onderwerp: in een oogwenk is een object gestolen, raken dia’s verloren of zijn we een anekdote vergeten. De kunstenaars die hun werk nu in Garage Rotterdam tonen gaan daar anders mee om. Zij omarmen het gegeven dat onze kijk op kunst en de bijbehorende historie zachte materie is. Het is kneedbaar en blikken kunnen worden beïnvloed. De kunstwerken in deze tentoonstelling laten zien dat de levensloop van een object zich niet altijd laat voorspellen. Soms wordt de kunstgeschiedenis beïnvloed door externe omstandigheden, zowel in positieve als negatieve zin. Ogenschijnlijk onbelangrijke details kunnen met de juiste aandacht een bijzonder project opleveren, zoals bijvoorbeeld het geval is bij kunstenaars die de archieven induiken en vergeten ontwerpen, schetsen en bestanden vinden. In andere gevallen laat deze tentoonstelling zien dat het kunstwerk (of zelfs de kunstenaar) een dubbele status kan hebben en sporen in zich kan meedragen van een vorig leven of een dubbelleven. De tentoonstelling biedt een blik op de omstandigheden die deze objecten en kunstwerken hebben gevormd. Hoe heeft het dubbelleven van deze werken hun status beïnvloed?
Veel plezier,
Bas Hendrikx