Door Yasmijn Jarram

De grof geschilderde schilderijen van Ronald Ophuis confronteren de kijker met realistische verbeeldingen van al dan niet politieke geweldplegingen. Soms zijn ze gebaseerd op teksten, mediabeelden of gesprekken met ervaringsdeskundigen, soms ontstaan ze associatief. Vaak werkt Ophuis met acteurs, die hij de af te beelden scènes laat naspelen in zijn studio. Hiervoor leeft hij zich uitgebreid in: van locatiebezoeken tot interviews met getuigen en het bedenken van kleding voor de acteurs.

De tientallen foto’s die Ophuis maakt van de nagespeelde scenes dienen uiteindelijk als basis voor zijn levensgrote schilderijen. De geschilderde taferelen hebben in exacte vorm enkel geënsceneerd plaatsgevonden in Ophuis’ atelier. De verhalen die de werken vertellen zijn dus eigenlijk fictief. Toch roepen ze bij de kijker oprechte emoties op. Het verbeelden van dergelijke verschrikkingen middels een kunstwerk biedt bovendien meer mogelijkheden tot identificatie met zowel slachtoffer als dader – een vermogen dat de objectieve journalistiek ontbeert.