19. Four untitled drawings Marc Lamy
(1997)

Oostindische inkt Collection Foundation De Stadshof, Museum Dr. Guislain, Ghent Foto: Aad Hoogendoorn

De dichtbedrukte patronen op deze pentekeningen met zwarte inkt zijn als een lapjesdeken. Er bloeien organische vormen, als een weiland met abstracte bloemen tussen mozaïek en geometrische tegels. Deze nauwkeurig gedetailleerde pentekeningen zijn gemaakt door de Franse beeldend kunstenaar Marc Lamy (geboren in 1939). Hij begon met tekenen toen hij in een psychiatrisch ziekenhuis werd opgenomen aan het eind van de jaren ’80 van de vorige eeuw. Tijdens vrijwel zijn gehele volwassen leven leed Lamy aan beeld- en geluidshallucinaties. Hij maakte dit werk toen hij rond de 50 jaar was toen hij ging tekenen met zijn ‘automatische’ hand. Lamy stelt dat hij tijdens het maken van dit soort werk werd aangestuurd door de bovennatuurlijke stemmen in zijn hoofd terwijl hij in een staat van hypnose verkeerde.

Volgens Lamy is een groot deel van de symbolen en de beeldtaal in zijn semi-abstracte werk afkomstig uit zijn vroege jeugd. De ouders van Lamy waren beide kunstenaars die een glas-in-lood atelier hadden in Lyon – een stad die grotendeels verwoest was tijdens de Tweede Wereld Oorlog – in een poging om de Middeleeuwse glaskunst nieuw leven in te blazen. Zowel de door oorlog geteisterde stad als de glasstudio die overweldigend was voor alle zintuigen in combinatie met de esthetische levensstijl van zijn ouders lijken een langdurig, traumatisch effect op zijn leven te hebben gehad. Hij omschrijft zichzelf als iemand die overgevoelig is voor beelden en geluiden. In de roterende, bewegende en van vorm veranderende patronen op zijn pentekeningen zien we fragmenten van de ervaringen die zo’n diepe indruk op het zich nog ontwikkelende brein van de jonge kunstenaar hebben gehad. De motieven en patronen die op tegels lijken en veel voorkomen in de pentekeningen van Lamy doen denken aan het interieur van gebouwen: betegelde gangen of plafonds met bogen, misschien wel het glas-in-lood atelier van zijn ouders, of de architectuur van het naoorlogse Lyon met de Byzantijnse basiliek.

Opvallende gezichten komen tevoorschijn tussen de vormen en patronen – met snavels van vogels en priemende ogen. Het zijn geen gezichten van mensen, maar het zijn ook geen dieren. Ze lijken meer op maskers van stammen, die in rituelen worden gebruikt om vitale krachten op te roepen uit de wereld van de geesten.

Deze primitieve gezichten zitten vol met mogelijkheden. Maar ze laten ook zien hoe herinneringen worden opgeslagen en versplinterd worden tot sprankelende patronen in de ziel. Ze worden vloeibaarder en dromeriger en minder tastbaar. Dit is hoe Lamy de traumatiserende beelden uit zijn vroege jeugd verwerkt. Maar het gaat ook dieper: de kennis van onze voorouders of de visies op de wereld opgewekt door het veelvuldig drukken van een stempel op het bestaan en het aangestuurd woorden door mysterieuze stemmen.

Oorspronkelijke Engelse tekst: Rosa Abbott
Nederlandse vertaling: Christy de Back

Lees meer over