13. Madge Gill Madge Gill
(1937)

inkt op papier Collection Foundation De Stadshof / Museum Dr. Guislain, Ghent Foto: Aad Hoogendoorn

Op dit werk komen vrouwengezichten, zo wit als de maan, tevoorschijn tussen de zwarte inkt op het papier. Merkwaardige cirkels als op negatieven van zwart-wit foto’s – zo trekken ze onze aandacht met hun moeilijk te doorgronden gezichtsuitdrukkingen. Zijn ze verdrietig? Verbaasd? Vermoeid? Dit zijn geen oppervlakkige plaatjes van vrouwelijke schoonheid, maar diepzinnige wezens met raadselachtige persoonlijkheden. Het lijkt alsof ze plotseling stil zijn komen te staan, diep in gedachten verzonken, maar gewikkeld in lagen textiel: petticoatstof, kant, gebloemde hoofddoeken, zwierige linten en versieringen. Althans: die indruk wordt gewekt, maar dit is lastig te onderscheiden van de zigzaggende achtergrondpatronen. Op een van deze tekeningen verzamelt een hele groep gezichten zich achter het belangrijkste personage: ze kijken haar aan met een afwezige en verwarde blik.

Deze spookachtige vrouwengezichten komen telkens voor op de duizenden inkttekeningen van de Britse, spirituele Madge Gill (1882-1961). Zonder vooropleiding begon Gill in 1920 met haar werk nadat ze eerst haar spirituele gids had aangeroepen: Myrninerest. Dit dramatische moment vond plaats na een aantal traumatiserende gebeurtenissen in haar leven: een te vroeg geboren zoon, een doodgeboren dochter en een dodelijke ziekte die haar een oog had gekost. Volgens Gill was Myrninerest de auteur van al haar artistieke creaties, inclusief het weven, haken, schrijven en piano spelen en natuurlijk haar grote collectie pentekeningen met inkt. Het verhaal gaat dat ze enorm productief was, en in het geheim bij kaarslicht werkte – vaak hele nachten doorhaalde in trans als een bezetene. Ook al heeft Gill vaak meegedaan aan tentoonstellingen voor amateurkunstenaars, toch weigerde ze om haar kunstwerken te verkopen. Volgens haar was Myrninerest de rechtmatige eigenaar van het werk. Pas na haar dood zijn grote hoeveelheden tekeningen ontdekt – die had ze in kasten en onder haar bed opgeborgen.

Deze vrouwen van Gill voelen zich verloren – ze verwijzen naar de mode uit en het tijdsbeeld van de jaren ’20 van de vorige eeuw. Met hun ronde gezichten, kleine monden in de vorm van de boog van Cupido en hun grote kinderlijke ogen lijken ze op langgerekte flapper-girls met verwijde pupillen en een afwezige uitdrukking in hun ogen. Met krullende haren langs hun gezicht, misschien verstopt onder een haarband of hoed. Moedervlekken zijn er met potlood bijgetekend en de ogen zijn opgemaakt met make-up. De tekeningen lijken de structuur van stof en textiel te hebben, alsof Gill ze met haar pen had geweven. De weelderige stijl lijkt niet overeen te komen met de eenvoudige zwarte inkt en de drukke, onrustige, bijna gekraste tekenstijl. Elk portret lijkt vol te zitten met verborgen betekenissen, en over de identiteit van deze vrouwen is veel gespeculeerd sinds de dood van deze beeldend kunstenares. Zijn het zelfportretten? Of afbeeldingen van hoe de doodgeboren dochter van Gill er uit zou kunnen hebben gezien? Of is dit hoe Myrninerest er zelf uitziet? Zwijgend over hun afkomst, lijken deze gothic meisjes gewichtloos voorbij te zweven. Alsof ze gevangen zitten in een spiritueel vliegtuig dat slechts bewoond wordt door de obsessieve automatische tekeningen van Gill.

Oorspronkelijke Engelse tekst: Rosa Abbott
Nederlandse vertaling: Christy de Back

Lees meer over Madge Gill