Door Mariette Dolle via www.olafmooij.nl

De Rotterdamse kunstenaar Olaf Mooij (1958) heeft vooral bekendheid verworven met zijn autosculpturen in de openbare ruimte. Bijna iedereen kent zijn Braincar, een auto waarvan de bovenkap is omgevormd tot grote hersenpan. Overdag rijdt de auto door een wijk, stad of straat, en in de avond droomt de auto van zijn dag door middel van videoprojecties op het matwitte hersenvlak.

Al vroeg in de jaren negentig zocht Mooij de straat als podium voor zijn werk. Kenmerkend voor zijn generatie, met kunstenaars als Joep van Lieshout en Jeroen Doorenweerd, was dat ze hun werk veel meer verbonden met de wereld buiten de muren van de tentoonstellingszalen. Dat leidde vaak tot verwarring: was het wel kunst dat ze maakten? Zo werd Mooij in 1999 genomineerd voor de Designprijs Rotterdam met zijn DJ Mobiel, een verbouwde Ford Sierra met professionele geluidsinstallatie, tien speakers en een DJ booth.

Maar voor de goede beschouwer is het altijd duidelijk geweest: het werk van Mooij is stevig geworteld in de beeldhouwtraditie. Aan de basis van de beeldhouwkunst ligt het vermogen van de kunstenaar om in dode materie leven te suggereren. De beroemde Kus van Rodin is in feite een brok steen, maar wij kunnen niets anders zien (en voelen) dan een hartstochtelijke omhelzing. De auto’s van Olaf Mooij zijn niets meer dan carrosserie, maar worden door hem getransformeerd tot persoonlijkheid, tot levende materie.

Door toevoeging van overdreven kappen, haarstukken of uitvergrotingen van onderdelen komen speelse, karikaturale beelden tot stand. De humoristische beelden relativeren de hedendaagse verhouding van de mens tot de machines en apparaten die hem omringen. Het universele fenomeen van de objectliefde wordt op speelse wijze geridiculiseerd, zoals in de Chesterfield Car, net zo uitnodigend als een echte Chesterfield bank (2004, collectie Museum Boijmans van Beuningen).