Door Imke Ruigrok

Femmy Otten (1981, Amsterdam) maakt mythische en tegelijkertijd intieme portretten. Zowel kwetsbaar als krachtig tegelijk, weet ze het persoonlijke alsook het universele te raken. Hoe verglijdt de schaal van vrouwelijk naar mannelijk? Of van menselijk naar dierlijk en andersom? Kaders lijken er niet te zijn, of, als ze er al waren, kunnen ze worden opgerekt.

Met klare potloodlijnen of juist zachte welvingen uit gips creëert ze tijdloze figuren. Materiaal en tijd gaan een verbond aan met Femmy Otten als schakel daartussen. Neem alleen al het lindenhout. Deze had vele jaren nodig om tot wasdom te komen. Liever groeide hij niet te snel, bij voorkeur in de schaduw. Daardoor krijgt hij een gestaag groeiproces, wat het hout een andere en voor de bewerking, betere dichtheid geeft. Nadat de boom gekapt is, volgt er een lange periode van rust. Dan pas is het hout klaar voor zijn transformatie.

Vanuit intuïtie, waarbij ze het hout volgt, sturen en schuren de handen van Femmy Otten naar een nieuwe vorm. Ze zet mens en dier naast elkaar of fysiek verbonden en als het ware tot een geworden. In dit houten hybride mens/dierfiguur vervagen de kaders van zowel vrouw en man, als mens en dier.

De vroege Egyptenaren verbeeldden dergelijke mystieke mens/dier combinaties. Door hen werden goden vaak met een dierenkop afgebeeld om de krachten die met hen geassocieerd werden te verbeelden. Bepaalde goddelijke eigenschappen zouden de vorm van een dier aannemen. De valk bijvoorbeeld ongenaakbaarheid en de stier fysieke kracht en de baviaan wijsheid.