Door Sjoerd Kloosterhuis

De afgelopen jaren heeft Grace Schwindt (Duitsland 1979) grote indruk gemaakt met haar films en performances. Als geen ander weet zij grote thema’s te vangen in glasheldere, poëtische verhalen. Performers worden objecten, objecten worden kostuums, kostuums worden weer performers en video en dans vloeien voortdurend in elkaar over.

Grote historische gebeurtenissen of sociale thema’s worden daarbij teruggebracht tot menselijke proporties. Dit lukt doordat er in de video’s en performances stelselmatig wordt ingezoomd op het leven van een enkel individu of van een kleine groep mensen. Het thema van de video’s en performances worden daarbinnen subtiel uitgewerkt. Door deze aanpak slaagt Schwindt erin om verschillende lagen in haar werk aan te brengen. Het is voor de bezoeker daardoor mogelijk om zich met de personages uit de performances en films te identificeren en daarbij op te gaan in het verhaal, zonder dat het noodzakelijk is daarvoor eerst de diepere betekenis van het werk te begrijpen.

Twee belangrijke thema’s in Schwindts recente werk zijn de fragiliteit van het menselijk lichaam en de invloed van het kapitalisme op onze hedendaagse samenleving. Kritisch onderzoekt en bevraagt de kunstenaar in haar werk de standaarden en systemen die onze hedendaagse kapitalistische samenleving kenmerken. Ze plaatst duidelijke vraagtekens bij de manier waarop het individu wordt gedwongen om zowel fysiek als mentaal zijn weg te vinden in onze alsmaar harder wordende maatschappij. De structuur van een samenleving beïnvloedt namelijk het menselijk gedrag en de sociale relaties van haar inwoners. Het stimuleert daardoor eveneens ons bewustzijn van ons lichaam en toont daarmee onze kwetsbaarheid en onzekerheid over ons lichaam.
Volgens Schwindt benadert de kapitalistische samenleving het menselijk lichaam daarentegen juist puur als een wegwerpartikel met als hoofdtaak het dienen van de door het kapitalisme zo gewenste stijging van de economische groei. Daarmee ontkent het kapitalisme de fundamentele rol van sterfelijkheid in het leven. In haar werk lijkt de kunstenaar tegenwicht te willen bieden aan dit idee en juist te willen laten zien dat ieder lichaam weldegelijk waarde heeft, en kwetsbaar en sterfelijk is. Schwindts werken sluiten daarmee aan bij alsmaar groeiende onzekerheden op de arbeidsmarkt, op de flexibilisering van de arbeidsmarkt en op de onzekerheden die dit voor veel mensen met zich meebrengt.

In de tentoonstelling zijn vier sculpturen van Grace Schwindt te zien. De sculpturen verschillen qua vorm en materialiteit sterk van elkaar en zij lijken op het eerste oog geen relatie met elkaar te hebben De overeenkomst is dat ieder sculptuur heeft gefungeerd als object in een van Schwindts performances of films. Dat de werken nu als individuele sculpturen worden getoond komt doordat de door de kunstenaar ontworpen kostuums, decors, objecten en lichaamsbewegingen stelselmatig over sterke sculpturale kwaliteiten beschikken en zodanig als autonome werken kunnen worden beschouwd.

Het sculptuur Orange Dress (2013) komt uit de film de Tenant uit 2013. Ook in deze film wordt aan de hand van een persoonlijk verhaal een belangrijk maatschappelijk thema uitgelicht. Tegen de achtergrond van de levensloop van mevrouw Schumacher, een communiste die bij de start van de Februari-revolutie Vladimir Lenin van Zwitserland naar Rusland hielp reizen, gaat de film in op de beklemmende gezinsdynamiek van een traditioneel Duits gezin. De film beschrijft daarbij zowel de kenmerkende routines van het huishouden als de onderlinge verhoudingen van de gezinsleden. Schwindt gaat in de film op zoek naar de rol die taal en bewegingen spelen binnen sociale relaties en dan specifiek in het vergaren van kennis.

In de film draagt een van de performers een prachtige geplooide jurk van gele zijde. Het lijkt alsof de vrouw op het punt staat om naar een bal te gaan. Niets is echter minder waar. De vrouw kan geen kant op en zit gevangen in een web van draden. Ze is als een marionet die wordt bespeeld door een poppenspeler. Is het sculptuur daardoor misschien een verwijzing naar het individu dat zich gevangen voelt en zich niet instaat voelt om zelfstandig beslissingen te kunnen nemen? Een gevoel dat je onzeker maakt en dat je kwetsbaar laat voelen.

In het sculptuur Madness and Other Tales (2016), eveneens een kostuum in Schwindts gelijknamige performance, draait het ook om de kwetsbaarheid van het menselijk lichaam. Dit sculptuur en de performance zijn gebaseerd op de Aria van de waanzin uit de 19e-eeuwse opera Lucia di Lammermoor van Gaetano Donizetti. In de opera vermoordt hoofdpersoon Lucia haar aanstaande echtgenoot, met wie zij tegen haar wil om politieke redenen moet trouwen. Deze moord wordt in de opera neergezet als een door gekte gedreven daad. In dit werk verzet Schwindt zich tegen deze klassieke patriarchale kijk op vrouwelijkheid, waarin waanzin als motief voor de moord wordt gezien, en niet de wens om zich te bevrijden uit deze onderdrukkende situatie. Zij bekritiseert dit klassieke beeld van de hysterische vrouw (een vaak gebruikte figuur in literatuur en opera).

De materiaalkeuze van het kostuum en de spiegels is niet toevallig. Spiegels zijn scherp en hard, in tegenstelling tot het kwetsbare zachte lichaam. De spiegels refereren daarnaast aan het ‘spiegelstadium’ in de ontwikkeling van kinderen. In dit stadium overwint het kind volgens de psychoanalyse van Lacan de fase van fragmentatie en machteloosheid. De reflectie van de jurk confronteert de bezoeker ook met zichzelf. Hoe staat het met de kwetsbaarheid van ons eigen lichaam? Hoe vaak stellen we onszelf bloot aan onzekerheden? En zijn we niet aan onszelf verplicht om ons gevoel van machteloosheid te proberen te overwinnen? Roept Schwindt de bezoeker met dit werk misschien op om weerbaarder te worden of probeert ze ons misschien wel de schoonheid van het kwetsbare lichaam te laten zien?

De tekst die op het sculptuur She and the Sandcastle (2017) staat geschreven refereert, net als de gelijknamige performance die de kunstenaar samen met de Sopraan Olivia Salvadori tijdens de opening opvoerde, aan de menselijke behoefte aan geborgenheid. Onze behoefte een plek te hebben waar we echt onszelf kunnen zijn. Een plek waar we ons veilig voelen. Het ontbreken aan een dergelijke plek zowel in de fysieke zin van het woord als bijvoorbeeld een groep mensen is misschien wel de voornaamste reden voor het ontstaan van een grote mate van onzekerheid en psychische klachten.
Het werk Dress and Burned Furniture (2013) is een autonoom sculptuur en ondanks duidelijke referenties naar andere installaties fungeert het niet in een van Schwindts films of performances. Zoals bijna al haar autonome sculpturen combineert Schwindt ook dit keer weer zorgvuldig gekozen contrasterende materialen en vormen waardoor een sculptuur ontstaat met grote suggestieve waarden, niet in de laatste plaats doordat de zijde banen bij de bezoekers het gevoel oproepen om het sculptuur te willen aanraken. De titel van het werk versterkt het gevoel van suggestiviteit. Wat beeldt het sculptuur uit, wat wil het ons zeggen? Beelden de repen stof echt een jurk uit, of heeft de kunstenaar een heel andere betekenis aan het beeld meegegeven?

Grace Schwindt, Dress and Burned Furniture, 2013. Courtesy of the Artist; ZenoX, Antwerp.

Grace Schwindt, Dress and Burned Furniture, 2013. Courtesy of the Artist; ZenoX, Antwerp.