Door Sjoerd Kloosterhuis

Luiz Roque is gefascineerd door de kracht van het beeld en dan met name door sensaties die voorkomen uit het gebruik van ons gezichtsvermogen. Het werk van Roque bestrijkt een breed spectrum aan onderwerpen zoals het genre van sciencefiction, de erfenis van het modernisme, de popcultuur en “queer politics”. De films vertonen daarbij veel overeenkomsten: de werken hebben een sterk poëtisch karakter, combineren momenten van wanhoop met optimisme en de personages zijn veelal niet herleidbaar tot een specifieke genderidentiteit. Een ander duidelijk kenmerk is dat Roque in zijn korte verhalen vaak gebruik maakt van allegorieën die over een grote mate van elasticiteit beschikken. Deze allegorieën worden door kunstenaar ingezet om het huidige conflict tussen technologische vooruitgang en de hedendaagse micro en macro machtsstructuren aan te tonen. In de films combineert Roque de aard van sciencefiction, als een apparaat dat mogelijke toekomstbeelden zichtbaar maakt, met uit de filmkunst afkomstige beeldtaal waardoor er scenario’s ontstaan die complexe publieke debatten aansnijden of die in de samenleving aanwezige sociale spanningen in kaart brengen.

Luiz Roque lijkt in zijn film O Novo Monomento (2013) te reageren op het feit dat Brazilië zich graag presenteert als het lichtend voorbeeld van een geslaagde raciale democratie, terwijl racisme nog volop in het land aanwezig is. In Brazilie bestaat er evenmin nog weinig waardering voor de grote bijdrage die de Afro-Brazilianen immigranten hebben geleverd aan de opbouw van de Braziliaanse samenleving. O Novo Monomento viert juist de Afro-Braziliaanse cultuur en de bijdrage van de Afrikaanse immigranten. De film begint met een bijna onheilspellend citaat uit het in 1943 geschreven essay Nine Points on Monumentality, dat stelt dat tijdloze en allesomvattende monumenten alleen op plekken kunnen worden gerealiseerd waar zowel sprake is van een gemeenschappelijke cultuur als een collectief bewustzijn. Vervolgens wordt de kijker meegenomen naar een klein en niet nader aangegeven dorpje op het Braziliaanse platteland. In poëtische zwart-wit beelden zijn we getuige van zowel het ontstaan als de viering van een nieuw monument; er worden dansrituelen gehouden, futuristische elementen worden gemengd met traditionele Afrikaanse symbolen en er lijkt geen ruimte meer te zijn voor traditionele genderverhoudingen.

Het vervaardigde monument- gebaseerd op een beroemd sculptuur van Amilcar de Casto, een van de meest bekende kunstenaars van het Neo-Concretivisme- wordt geopenbaard, op een vrachtwagen gezet en vervolgens een berg in een groot leeg landschap opgereden. De dansers, die rijdend op motoren het monument begeleiden, ontpoppen zich daarbij als “ware kruisridders van de gedachte van eenheid”. In de laatste scene van de film zien we dezelfde personen, nu dansend met andere dorp inwoners, de plaatsing van het monument vieren en daarbij waarschijnlijk hopend dat zij een tijdloos en allesomvattend monument hebben weten te bouwen.