De mens is dag in dag uit verbonden aan objecten. Een aaneenschakeling van relaties met koffielepeltjes, telefoons, treinen en kledingstukken. Toch bekijken we dit fenomeen bijna altijd op dezelfde manier; wat betekent een object voor ons? De mens staat in het middelpunt en de dingen liggen er omheen. Maar kijken we voorbij onze handelingen, dan zien we dat onze ontmoeting met de dingen een bewegen en bewogen worden is.*
Kunstenaar Jay tan onderzoekt ons bestaan, gedrag en waarneming via objecten en in veel van haar werk is niet ‘het ding’ het lijdend voorwerp, maar de mens. In haar installatie Some Mothers Do ‘Ave ‘Em vertelt het kleine alledaagse een verhaal. Geen menselijk gedaante, maar een pruttelende rijstkoker verbeeldt een mogelijk gezinsleven door de geur die ons herinnert aan thuiskomen. En een kledingkast met opgeplakte beroemdheden doet denken aan warme, veilige tienerkamers. Jay Tan geeft het object een ego zoals wij dat normaal gesproken alleen aan onszelf geven.
* Klein Zandvoort, Bernke. Ruijgrok, Caroline. How things move us. Amsterdam: Trebelsee, 2016.