Toen de moeder van Eva Spierenburg overleed, raakte ze gefascineerd door het stervende lichaam. Nederigheid ontstaat pas als een identiteit niet aanwezig is, wanneer het ego er niet meer is. Sterven kan ook worden gezien als een vorm van nederigheid, het niemandsland van het aan en afwezige. Pas wanneer het ego langzaam wegebt, wil het lichaam gaan sterven. Het werk van Spierenburg representeert deze tussenvorm, de staat van het wel en niet zijn. Zo verwijst een klein, rood object van gestolde transparante kunststof naar de transformatie van het sterven. ‘Ik stelde me voor hoe alle levenssappen in het lichaam naar de bodem zakken en stollen. Dat is dus gestold leven, dacht ik.’ Spierenburg maakte ook foto’s van natte klei, want op welke andere manier kan de buigzame en zachte vorm behouden blijven?
Na de dood van haar moeder ontstond daarnaast bij Spierenburg ook het besef dat ze haar bestaan aan haar moeder te danken heeft. De band tussen haar en haar moeder was nooit heel intens, maar toch voelde ze een kwetsbaarheid die tegelijkertijd een vorm van nederigheid kon betekenen. Dit gegeven was het begin voor de video ‘recreating my mother, attempt 4’. Op het beeld kleit Spierenburg een mensfiguur waardoor er een omkering in de rolverdeling tussen moeder en dochter ontstaat. Op een intieme wijze wordt Eva de scheppende mens die in dienst staat van het kunstwerk, in dit geval een kunstwerk dat haar moeder symboliseert.