Door Lieneke Hulshof

‘an den hals hangend gheneesmiddel’, zo omschreef Lodewijk Meyer in 1669 de Amuletum, oftewel de amulet. Tegenwoordig komt de betekenis van de amulet nog steeds overheen met de meer dan driehonderd jaar oude beschrijving. Het zou bescherming bieden tegen het gevaar, de ziekte of het ongeluk. Waar amuletten veelal een eeuwenoude universele beeldtaal hebben; zoals konijnenpoten, schelpen, kruisjes en stenen, gebruikt Ana Navas in haar werk autobiografische zelfgeproduceerde objecten. Op de blouse die over een stoel hangt heeft ze groene en blauwe vormen toegevoegd van papier maché. Niet de krachtige materialen uit de natuur zoals goud, edelsteen of schelpen bieden Navas bescherming, maar juist het materiaal dat we allemaal thuis kunnen maken. Dat niet glanst en oersterk is, maar vooral broos en troebel.