De etnische kunstenaar, transformeert zijn materiaal tot een nieuwe werkelijkheid. Het materiaal wordt niet gebruikt als verbeelding van of verwijzing naar een andere werkelijkheid, maar is zelf die andere werkelijkheid geworden. De esthetische waarde die wij in het westen toekennen aan kunst is voor de etnische kunstenaar van ondergeschikt belang: een stuk ‘werkt’ of ‘werkt’ niet. Vaak dient een etnografisch object als intermediair tussen de alledaagse wereld en de onzichtbare spirituele wereld van voorouders en goden. Hierdoor verkrijgt het object een sociale status binnen een gemeenschap en wordt het met respect behandeld.