In de vroegere schilderijen van kunstenaar en muzikant Joan van Barneveld voert zwart de boventoon. Het zijn duistere composities die ogen als negatieven van de werkelijkheid. Sinds enige tijd concentreert Van Barneveld zich juist op overbelichting. Deze overgang van donker naar licht heeft ijle, bijna mystieke beelden tot gevolg. In tegenstelling tot zijn donkere werk lijkt het lichte werk een alchemistisch proces van sublimatie te willen imiteren, de overgang van vaste stof naar verdamping. Dit vertoont overeenkomsten met Van Barnevelds eigen verlangen tot onthechting, een state of mind die ook zijn repetitieve, psychedelische muziek kenmerkt: je met een publiek overgeven aan iets dat groter is dan jezelf. De soms nauwelijks te onderscheiden beeldmotieven (een spiegel, een auto) verdwijnen niet achter sluiers verf, maar bewegen zich naar voren en zweven, ontdaan van elke substantie in een onbegrensde lichte kleurruimte. De overbelichting absorbeert alle motieven en elke inhoud, terwijl het schilderij zelf op lijkt te gaan in de wand, oplost als het ware.

Joan van Barneveld (rechts)

Joan van Barneveld (rechts)