Door Lieneke Hulshof

De haren van de vrouw op het schilderij Hydra vallen sluik langs haar gezicht en de armen doen haar schouders laten hangen. De takken op de achtergrond zijn afgestorven terwijl ze staart naar het oneindige. Ze kijkt voor zich uit zonder dat de toeschouwer ooit haar blik zou kunnen vangen. Iris van Dongen maakt in dit schilderij de tegenstelling tussen de tijdloosheid van de geest en het bederfelijke aardse zichtbaar. Ze vangt datgene wat we eigenlijk met het blote oog niet kunnen zien; de schim van de geest. Donker, mysterieus en gehuld in een folkloristische kimono.