Door Lieneke Hulshof

Handen worden gelezen om een glimp te vangen van onze toekomst. Dezelfde vingers die zegenen, strelen of wonden verbinden, kunnen schedels inslaan, computersystemen met virussen besmetten of een lucifer afstrijken voor een bosbrand. Handen troosten of onderdrukken. Het verlangen naar contact, en de pijn die daarvan het gevolg kan zijn, is wat het oeuvre van Co Westerik kan definiëren. Het schilderij Handkus met bladeren laat het begin van een handkus zien vanuit het perspectief van de ‘kusser’. Hij schildert het geluk op het moment van teder lichamelijk contact tussen twee mensen. Zijn ze geliefden, familie of is het alleen maar een formele afhandeling? De aderen schijnen door de doorzichtige huid van de bleke kwetsbare vrouwenhand. Alsof het leven en daarmee de kleur verdwenen is uit de vingers die gekust moeten worden.