Door Lieneke Hulshof

Paul Bogaers is altijd op zoek geweest naar het onzichtbare: waarneembaar maken wat áchter de zichtbare werkelijkheid ligt. ‘Ik noem dat ‘geest’. Dat kan van alles zijn: iemands karakter, de spanning tussen twee mensen, het ouder worden, een idee – alles wat je niet met je zintuigen kunt waarnemen’. Het iets laten zien, daar gaat het hem niet om: Bogaers wil iets oproepen wat je juist niet kunt zien.

Voor de oorspronkelijk afgestudeerde fotograaf is fotografie nog steeds de basis om dit te bewerkstelligen omdat dit het medium bij uitstek is waarin materie overloopt in non-materie. Daarom voegt hij er van alles aan toe, plakkerige papiersnippers, takken, bladeren. De foto wordt uiteindelijk tot object gemaakt en lost op in installaties die beklemmende sferen oproepen zoals geestenbossen met starende gezichten en bezwerende maskers.