Pieter Paul Pothoven doet onderzoek naar historische objecten. In installaties, tekst en fotografie verandert of hercontextualiseert hij deze voorwerpen. Hij beoogt een nieuwe relatie met het verleden te actualiseren, die is gebaseerd op herwaardering van de gebruikswaarde van de objecten. Zo werkte hij met antieke Egyptische spiegels, de gevangenislepel van zijn grootvader, Amsterdamse huizen waar verzet werd georganiseerd en een monument aan de Amerikaanse oostkust dat de eerste landing van de Mayflower herdenkt.

In 2009 reisde Pothoven af naar de oeroude Sar-e-Sang mijnen in Afghanistan voor een langlopend onderzoek naar lapis lazuli. Deze zeldzame steen diende als basis voor het pigment ultramarijn. Daarnaast onderzocht hij de postkoloniale geschiedenis van de mijnen. In navolging van de Duitse geoloog Karl Brückl, de eerste die het gebied fotografisch vastlegde, maakte Pothoven de installatie 'Lapis Lazuli from Serr-i-Sang', waarvoor hij een brok lapis lazuli uit Afghanistan tot fragiele dia's sneed.