Door Yasmijn Jarram

De grote tekeningen van Lenneke van der Goot worden bevolkt door mensen en dieren, alleen of in groepen. In haar nieuwe werelden spelen anonieme figuren de hoofdrol. Ze bevinden zich in ongedefinieerde omgevingen die zijn opgezet in lagen potlood, inkt en verf op papier. In de landschappen zijn inktwolken en krassen zichtbaar, of repeterende patronen van stickers en stempels. Dit benadrukt het ontbreken van tijd, locatie en richting. Van der Goot is geïnteresseerd in de verhouding van individu tot omgeving. Wanneer is een groep een verzameling van unieke onderdelen, en wanneer een opzichzelfstaand geheel? De vaak afgebeelde wolf vervult dan ook een belangrijke symbolische rol: het dier leeft in hechte sociale verbanden, maar redt zich ook alleen.

Er gaan verschillende handelingen vooraf aan de uiteindelijke voorstelling, zoals het uitgummen van potlood of wegwassen van inkt en verf. De tekeningen bevatten hierdoor sporen: ingekerfd papier, vage lijnresten of ingedroogde inktvlekken zijn subtiele overblijfselen van Van der Goots zoektocht naar de juiste vorm. Daarnaast probeert de kunstenaar soms het platte tekenvlak te doorbreken of uit te breiden. Zo maakt ze site-specific tape-installaties, waarbij ze fysieke ruimtes gebruikt om mensen af te beelden. Een raam of muur wordt dichtgeplakt met overlappende banen tape, waarna de afbeelding wordt uitgesneden. Elke plek vormt een nieuw uitgangspunt voor een werk.