Door Yasmijn Jarram

Bonno van Doorn maakt tekeningen, schilderijen, sculpturen en installaties. Hij beschouwt zichzelf als een strandjutter: hij verzamelt allerlei spullen die vervolgens op intuïtieve wijze hun weg kunnen vinden in zijn werk. Deze vaak humoristische combinaties van toevalligheden ogen niettemin verrassend vanzelfsprekend in hun nieuwe context. Van Doorns ontwijkt in zijn werk de efficiëntie en logica waardoor we dagelijks worden omringd. In een wereld die vol van betekenis, metaforen en symbolen is, kiest Van Doorn voor opzettelijke betekenisloosheid.

Hiermee biedt de kunstenaar tegenwicht aan het voortdurende communiceren, identificeren en interpreteren van alles om ons heen. Zijn werk suggereert het bestaan van een betekenisloze tussenruimte, waarin alles vrij rondzweeft en keer op keer ontsnapt aan de dwangmatige hang naar controle en duiding. De bestaande voorwerpen die hij gebruikt bezitten meestal een concrete vorm die getuigen van een bepaalde functie. In Van Doorns universum is dit soort alledaagse identificatie niet langer relevant: alles is slechts een fragment, iets voorlopigs, wijzend naar elders.