Door Yasmijn Jarram

In zijn schilderijen combineert Derk Thijs kleine, simpel weergegeven mensfiguurtjes met abstracte motieven en patronen. Toen Thijs besloot dat zijn schilderijen ruimtelijk tegenwicht nodig hadden, begon hij met het maken van sculpturen. Deze kunnen worden gezien als schilderijen die een relatie aangaan met hun directe omgeving. Ze komen als het ware naar voren uit de muur en belanden in dezelfde tijd en ruimte als de toeschouwer. Net als de schilderijen ogen de sculpturen simpel en schijnbaar willekeurig, bestaande uit losse brokken hout, papier, verf, draadjes, stukjes gekleurd glas en soms zelfs eieren of doppinda’s.

Met beide soorten werk streeft Thijs naar universaliteit: kunst die zich onttrekt aan de tijdsgeest, de heersende opvattingen in de (kunst)wereld en de waan van de dag. In plaats daarvan zoekt hij naar grote lijnen en relativering. Hiertoe probeert hij de grenzen tussen verschillende categorieën op te heffen, bijvoorbeeld tussen kunsthistorische stromingen als modernisme, primitivisme, religieuze kunst en volkskunst. Dit doet hij door elementaire, oervormen te gebruiken die iedereen herkent, zoals een cirkel of ladder.

De cirkels hebben bovendien een belangrijke symbolische functie: ze representeren de wereld in al haar facetten. Thijs gelooft dat alles met elkaar verbonden is en op verschillende manieren bekeken kan worden. Het steeds weer opbouwen van een cirkel representeert deze overtuiging dat alles bij elkaar hoort en onderdeel is van iets groters. Dit samenbrengen van verschillende elementen is essentieel voor Thijs’ kunstenaarschap: alles krijgt pas betekenis in volledige samenhang. Ook elk afzonderlijk werk vertegenwoordigt een geheel.