Door Yasmijn Jarram

De schijnbaar achteloos volgeschilderde doeken van Aaron van Erp tonen vreemde taferelen in een ondefinieerbare omgeving. Soms een donker bos met wat bomen en een houten hut, soms een vage binnenruimte met hier en daar meubels. Vaak plaatst Van Erp hierin een of meerdere mensfiguren. Ze lijken eerder schimmen dan personen, zoals ze in enkele verfstreken zijn neergezet. De figuranten ogen ongemakkelijk en murw, alsof ze zelf ook niet goed weten hoe ze in deze situatie zijn beland.

De losse manier van schilderen maakt de scènes vluchtig en ongrijpbaar: wat is hier nu eigenlijk gaande? Als toeschouwer valt het niet mee om vat te krijgen op wat Van Erp je voorschotelt. Ondanks de bizarre taferelen vol naargeestige elementen - ontbrekende ledematen, bloed, hakenkruis - ogen de schilderijen kalm en vanzelfsprekend. De zwart-humoristische titels versterken het absurdistische karakter. Op een droge manier verbeeldt Van Erp een wereld waarin niets is wat het lijkt.