Door Yasmijn Jarram

Verhalen van zijn grootvader over de Tweede Wereldoorlog hebben Renato Nicolodi een fascinatie voor oorlogsbunkers meegegeven. In de loop der jaren hebben deze constructies hun oorspronkelijke functie en context verloren, zodat ze nu beschouwd kunnen worden als op zichzelf staande sculpturen. In het maken van zijn eigen werk hecht Nicolodi veel waarde aan die afstand. Hierdoor kan hij zich de resten van het verleden persoonlijk toe-eigenen, om ze vervolgens te plaatsen in een nieuwe context die aansluit op zijn eigen wereldvisie. Het beton waarvan de archetypische sculpturen zijn gemaakt versterkt de ernst en het gewicht van datgene waarnaar de werken verwijzen: het uitstralen van macht en onoverwinnelijkheid.
Nicolodi’s driedimensionale werken zijn even massief, monumentaal en geometrisch als de bunkers die ertoe inspireerden. Evengoed roepen ze een associatie op met mausoleums, tempels, piramiden en paleizen. De in zichzelf gekeerde constructies vol duistere kamers, holtes en trappen dwingen de toeschouwer om af te dalen naar het onbekende. Door hun sobere, minimalistische uiterlijk zouden de bouwsels uit elk tijdperk afkomstig kunnen zijn, wat nog eens wordt benadrukt door de afwezigheid van mensen. De ondoorgrondelijke binnenruimtes doen denken aan zwarte gaten die de kijker aantrekken en uitnodigen om uitgebreid te kijken naar de ruimte die hen wordt voorgeschoteld. Die ruimte is zeer subjectief, want enkel toegankelijk op mentale wijze – de kijker moet zijn verbeeldingskracht gebruiken om de ruimte te betreden. Op die manier kunnen verschillende interpretaties naast elkaar bestaan.
Hoewel Nicolodi is opgeleid tot schilder, hanteert hij zelf geen duidelijke scheiding tussen verschillende disciplines. Naast sculpturen en architecturale constructies maakt hij acrylschilderijen en tekeningen. Uiteindelijk roepen zowel zijn twee- als driedimensionale werken tegelijkertijd schoonheid en bevreemding op.